Faust en Frankenstein

Faust? Nog nooit van gehoord! Frankenstein? Is dat niet dat groene monster?

De voorstelling maakt gebruik van de verschillende thema’s binnen het werk FRANKENSTEIN van Mary Shelley en FAUST van Goethe.

“Robots en artifficiele intelligentie komen ons leven binnenwandelen en niemand kan inschatten hoe het zal eindigen. Ondertussen stellen we zelf onze eindigheid in vraag. We spuiten ons vol met botox en weigeren te accepteren dat we sterfelijk zijn. Dat is gelinkt aan zowel Faust als Frankenstein.” – Johan De Smet

MARY SHELLEY SCHRIJFT FRANKENSTEIN

Mary Shelley (1797 – 1851)  was een Engelse schrijfster. Ze schrijft het boek ‘Frankenstein, a modern Prometheus’ op 19-jarige leeftijd. Het boek wordt in 1818 voor het eerst gepubliceerd. Frankenstein wordt gezien als het eerste sciencefictionverhaal.

Waar gaat het boek over?

Dokter Viktor Frankenstein wil een mens namaken, maar hij vindt zijn creatie een monster. Hij laat zijn creatie aan zijn lot over, waarop het een eigen leven begint te leiden. Het wezen is niet kwaadaardig maar gedraagt zich zo door het onrecht dat hem is aangedaan door de dokter en door de mensen die hem verjagen. Het wezen is bang en alleen. Hij krijgt zelfs geen naam van zijn maker. Hij vraagt zich af waarom Viktor Frankenstein hem heeft gemaakt.

GOETHE SCHRIJFT FAUST

Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832) was een Duitse schrijver. Hij schreef de verschillende delen van Faust verspreid over zijn leven.

Waar gaat het boek over?

Johann Faust is een Duitse dokter die in het begin van de zestiende eeuw leefde. De duivel sluit met God een weddenschap af dat hij Faust tot het kwade kan verleiden. Op een dag maakt Faust een avondwandeling en ontmoet de duivel, vermomd als poedel. De duivel heeft een contract bij zich: de duivel leert Faust het echte leven kennen en in ruil krijgt de duivel zijn ziel.

Faust feest mee met de duivel: Hij leert een vrouw kennen, wordt verliefd en de vrouw wordt zwanger.  Zwanger worden zonder trouwen was toen een zonde. Omdat Faust in zonde heeft geleefd, moet hij naar de hel. De duivel lijkt daarmee de weddenschap van God te hebben gewonnen. Maar het blijkt anders dan gedacht, want engelen nemen hem mee naar de hemel omdat hij altijd het verschil heeft gekend tussen goed en kwaad.